Hoofdlijnenakkoord en wooncoöperaties

In de vroegste uurtjes van 16 mei is het hoofdlijnenakkoord gesloten. De PVV, VVD, NSC en BBB zijn er uit. Het akkoord draagt de naam ‘Hoop, lef en trots’. “We slaan een nieuwe weg in”, schrijven de vier partijen in het voorwoord. Op de volgende 25 pagina’s kondigen ze stevige maatregelen aan. Wat betekent het akkoord voor wooncoöperaties?

Opvallendste maatregelen bij Wonen

  • De bouw kan worden versneld door meer grond beschikbaar te stellen. En als er sprake is van concurrentie om grond, dan gaat woningbouw boven windmolens.
  • Nieuwe gebieden worden aangewezen waar grootschalige woningbouw kan plaatsvinden. En het aantal ‘struikelblokken’ moet omlaag: bouwen in het buitengebied of op het eigen erf moet makkelijker worden.
  • Daarnaast moet ‘coöperatief wonen’ aantrekkelijk worden gemaakt door het wegnemen van de financiële en juridische belemmeringen.
  • Bij nieuwbouw moet gemiddeld minimaal 30 procent sociale huur zijn. En als het gaat om koopwoningen: de vier partijen tornen niet aan de hypotheekrenteaftrek, de onroerendezaakbelasting wordt aan een maximum gebonden door afspraken met gemeenten en de fiscale positie van de eigen woning blijft ongewijzigd om onzekerheid op de woningmarkt tegen te gaan.

Wegnemen belemmeringen

Letterlijk stelt het hoofdlijnenakkoord zich ten doel: “Het wegnemen van juridische en financiële belemmeringen voor een nieuwe derde sector: coöperatief wonen.” Dat is goed nieuws. We zijn blij dat het rapport dat Cooplink vorige maand presenteerde aan de Tweede Kamer navolging zal krijgen. Dat rapport benoemt dertig ‘Belemmeringen in wet- en regelgeving voor wooncoöperaties‘ en evenveel oplossingen. Daarnaast doet het ons goed dat de overheid nu ook spreekt over een ‘derde sector’: collectief wonen naast individuele koop en individuele huur. Zo krijgt collectief wonen de status die het verdient en daar zet Cooplink zich vanaf dag één voor in.