Wooncoöperaties lijken meer wind in de rug te krijgen. De Tweede Kamer blijkt vierkant achter ze te staan. Bij de vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van BZK stemde de Tweede Kamer op dinsdag 22 november unaniem voor twee belangrijke moties: één ging over het wegnemen van belemmeringen en de ander over het beschikbaar stellen van voldoende middelen. De lobby van Cooplink werpt vruchten af!
Motie ‘Wegnemen van belemmeringen’
Pieter Grinwis van de ChristenUnie en Jaco Geurts van het CDA dienden samen een motie in. Zij geven aan dat burgerinitiatieven voor gemeenschappelijk wonen moeten worden gestimuleerd. Grinwis en Geurts constateren dat er nog veel belemmeringen zijn en verzoeken de regering om die belemmeringen binnen de Woningwet of andere wetten weg te nemen. Ook vragen zij de regering om gemeenten en woningcorporaties aan te sporen om wooncoöperaties in koop en huur te faciliteren. Unaniem is voor gestemd.
Motie ‘Voldoende middelen’
Sandra Beckerman van SP en Faissal Boulakjar van D66 dienden eveneens een motie in. Zij wijzen op de belofte in het coalitieakkoord om meer ruimte te creëren voor coöperatieve woonvormen. Specialistische kennis lijkt verloren te gaan (vanwege het stopzetten van subsidies), geven ze aan, en daarom verzoeken zij de regering om voldoende middelen ter beschikking te stellen om het oprichten van wooncoöperaties mogelijk te maken. Ook vragen zij de regering om de subsidie aan kennisorganisaties zoals Cooplink te verlengen. Ook deze motie is aangenomen, bijna unaniem (op PVV na).
De waarde van wooncoöperaties wordt meer en meer onderkend. Terecht, naar onze mening. Wooncoöperaties zorgen voor betaalbare woningen, die duurzaam ge-/verbouwd worden. Voor leefbare wijken en een zorgzame blik naar deelkaar en de omgeving. Ze doorbreken de eenzaamheid, waar veel Nederlanders mee kampen. Cooplink is blij: wij hopen nog heel veel kennis te mogen delen met startende en bestaande wooncoöperaties. Een mooie stap is gezet en nu gaan we door!