Eind januari staken 10 wooncoöperaties de koppen bij elkaar om ideeën uit te wisselen over het landelijke leenfonds voor wooncoöperaties, dat hopelijk eind dit jaar het levenslicht ziet. Het fonds is in oorsprong voor hen bedoeld, geven ze aan, dus dan ze denken ook graag mee. Het jasje moet hen straks zogezegd wel passen. In een LinkedIn-post deelden zij hun eerste ideeën over drie thema’s. Hieronder een samenvatting.
- Criteria voor een fondsaanvraag
Het fonds is alleen bedoeld voor wooncoöperaties, vinden ze. Wooncoöperaties hebben namelijk geen winstoogmerk en ze zorgen voor blijvend betaalbare huur, ook voor toekomstige generaties. Ondanks dit worden ze door bank en overheid als zakelijke cliënten behandeld met alle kosten van dien. - Bedragen en voorwaarden
De wooncoöperaties opteren voor een leningsvariant van het fonds, waarbij ze tot 30 tot 40% van de stichtingskosten kunnen lenen, met een plafondbedrag per woning. De (terug)betalingscondities moeten het verschil maken, geven ze aan. - Revolverend fonds
De gedachte is dat wooncoöperaties een blijvende bijdrage leveren aan het fonds, ook na aflossing van de oorspronkelijke lening. Die bijdragen moeten dan door de fondsbeheerder blijvend aan nieuwe wooncoöperaties worden uitgegeven. Dus ook als de politieke wind verandert. Tot slot spreken ze hun zorg uit over de beperkte omvang van het fonds.
‘Hallo Den Haag, hier de ideeën van wooncoöperaties die wachten op het landelijke fonds!‘, kopt de LinkedIn-post.
